Aankoop vervangend bedrijfsmiddel

Daar M.I.M. zich volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder meer bezig houdt met het beheer van onroerend goed en de deskundige hanteert het uitgangspunt dat M.I.M. het onteigende naar alle waarschijnlijkheid wenste te gebruiken als bedrijfsmiddel om onroerend goed te ontwikkelen. Om die reden moet M.I.M. in staat worden gesteld om elders vervangende grond aan te kopen en adviseert de deskundige dat een vergoeding van € 1.750,00 op zijn plaats is voor aankoopkosten van vervangende grond.

De gemeente stelt zich op het standpunt dat van vergoeding van aankoopkosten geen sprake kan zijn, omdat de aankoop van het onteigende door M.I.M. een speculatieve koop betreft en volgens de jurisprudentie om die reden niet kan worden aangemerkt als een duurzame belegging. De omstandigheid dat M.I.M. het onteigende zou hebben aangehouden maakt dat volgens de gemeente niet anders. De kosten voor aankoop van vervangende grond zijn derhalve niet direct een onteigeningsgevolg en komen niet voor vergoeding in aanmerking, aldus de gemeente.

Met de deskundige is de rechtbank van oordeel dat van wederbeleggingskosten geen sprake is, maar van aankoopkosten voor vervangende grond om de bedrijfsactiviteiten van M.I.M. te continueren. Dit brengt met zich mee dat de eisen die in de jurisprudentie worden gesteld aangaande duurzame beleggingen niet van toepassing zijn in de onderhavig zaak. De rechtbank acht het juist dat M.I.M. in staat moet worden gesteld om in een financiële positie te geraken die gelijkwaardig is als haar financiële positie vóór de onteigening en zal daarom het advies van de deskundige volgen en de aankoopkosten vaststellen op een bedrag van € 1.750,00.

Rechtbank Den Haag 09-03/16 inzake gemeente Hillegom / Muntendamsche Investerings Maatschappij B.V. (ECLI:NL:RBDHA:2016:4584).

Noot: kosten vervangend bedrijfsmiddel Rechtbank Overijssel 27-11-2013 Hengelo / Ter Steege (ECLI:NL:RBOVE:2013:3345). Indien het gaat om een (achteraf) waardeloos bedrijfsmiddel, dan rijst de vraag of het in de rede ligt om dat te vervangen.