Artikel 40e Onteigeningswet

Rechtbank Limburg wees op 13-08/14 vonnis in een art. 40 e Onteigeningswet geval, gemeente Weert. De “oude” bestemming, voorafgaande aan het vigerende bestemmingsplan waarvoor onteigend werd, indiceerde een hogere werkelijke waarde dan het vigerende bestemmingsplan. Er was geen basis hier het bestemmingsplan te elimineren; niet op basis van de oude Staat/Marcus en Staat/Matser jurisprudentie en niet op basis van de 9 juli arresten (Zuid-Holland/Maasstede, HR 09-07/10). Het nadelige verschil in waarde tussen het vigerende bestemmingsplan en het daaraan voorafgaande bestemmingsplan is op de voet van art. 40 e Ow aangevuld, waarbij de Rechtbank overwoog dat de criteria van art. 40 e Ow niet per se gelijk zijn aan die van de regels gericht op (tegemoetkoming) planschadevergoeding.

Noot: eindelijk rechtspraak over art. 40 e Ow. Zie ook O&A 0ktober 2013 van Vermeulen en Procee en TBR januari 2014 blad 12 e.v. Kortmann c.s.