Bestemmingsplan onderscheidt lichte, middelzware en zware horeca

Uitspraak van de Afdeling van 19 december 2012 in zaak nr. 201111621/1/R2. In die uitspraak heeft de Afdeling over een gelijksoortige definitie van horecabedrijf als vermeld in de voorschriften bij het bestemmingsplan “Duinlust-Groene Weide” geoordeeld dat hieronder niet een discotheek valt, aangezien de activiteiten van een discotheek in hoofdzaak bestaan uit het bieden van gelegenheid tot dansen en deze activiteit niet wordt genoemd in de definitie van horecabedrijf. [appellant] verwijst verder naar een advies van de SAOZ van september 2012 in zaak nr. 201401731/1/A2 (uitspraak van de Afdeling van 3 december 2014;). Ook in die zaak was in de planvoorschriften een vrijwel identieke definitie van horecabedrijf gegeven als in de voorschriften bij het bestemmingsplan “Duinlust-Groene Weide”. In het advies in die zaak heeft de SAOZ zich op het standpunt gesteld dat een discotheek/dancing gelet op die definitie van horecabedrijf niet kan worden geacht een ter plaatse toegestane horeca-activiteit te zijn.

ABRS: [appellant] voert terecht aan dat de SAOZ, gelet op de uitspraak van 19 december 2012 en het advies van september 2012, ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat in dit geval het oude planologische regime, anders dan in die gevallen, een dancing, discotheek, nachtclub en partycentrum toestond. De conclusie van de SAOZ dat het nieuwe bestemmingsplan voor [appellant] voordeliger is, omdat dat dergelijke zware horeca niet langer toestaat, is daardoor eveneens onvoldoende gemotiveerd.

ABRS 27-05/15 inzake Goeree-Overflakkee (ECLI:NL:RVS:2015:1639).