Er bestaat geen recht op onteigening

Bij de beoordeling van het beroep van de [familie appellanten] op het gelijkheidsbeginsel gaat het om een vergelijking van de essentiële kenmerken van de gevallen van de [familie appellanten] en de overige 32 eigenaren. Hun gevallen waren in zoverre gelijk dat hun woningen op hun percelen zouden worden wegbestemd in het bestemmingsplan ‘ [het bestemmingsplan ] ’, maar volgens de gemeente Borne in zoverre ongelijk dat de gemeente Borne wél de nieuwe bestemming wilde realiseren op de percelen van de overige 32 eigenaren, maar niét op het perceel van de [familie appellanten] . Het hof acht mogelijk dat dit laatste aspect als essentieel verschil de doorslag geeft. Een gemeente is immers in beginsel niet gehouden om op alle percelen in een bestemmingsplan de nieuwe bestemming (zelf) te realiseren en dus evenmin om alle percelen minnelijk te verwerven om dat mogelijk te maken. Een recht op (minnelijke) onteigening bestaat in dit soort situaties niet. Dat de gemeente Borne wel van plan was om de nieuwe bestemming van het bestemmingsplan ‘ [het bestemmingsplan ] ’ op andere percelen te realiseren maakt dat niet anders, tenzij de gemeente niet op redelijke, zakelijke, gronden het onderscheid heeft gemaakt. Dit laatste wordt in dit arrest onder 9.5.3 verder onderzocht.

Geen sprake van schending gelijkheidsbeginsel door de gemeente door de oorspronkelijke eisers niet uit te kopen.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 17-03/20 inzake gemeente Borne (ECLI:NL:GHSHE:2020:977)