Onafhankelijkheid en deskundigheid planschadeadviseur

ABRS: van belang is dat ingevolge artikel 6.1.3.3, eerste lid, gelezen in samenhang met het tweede lid, aanhef en onder a, van het Bro de regels in een gemeentelijke verordening in ieder geval betrekking dienen te hebben op de deskundigheid en onafhankelijkheid van de adviseur.

Hekkelman is op basis van de verordening als adviseur aangewezen. Gelet hierop, heeft de rechtbank in het kader van de vraag of de schijn van partijdigheid van de adviseur is gewekt terecht getoetst of Hekkelman werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de raad of het college van Helmond en of zij betrokken is geweest bij de planologische maatregel waarop het verzoek van [appellante] betrekking heeft. Zij is voorts met juistheid tot het oordeel gekomen dat dit niet het geval is geweest. Dit laat evenwel onverlet dat de schijn van partijdigheid ook kan worden gewekt door een deskundige die in het ene geval door een bestuursorgaan wordt ingeschakeld om een onafhankelijk advies uit te brengen, terwijl zij gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig in een ander geval door hetzelfde bestuursorgaan wordt ingeschakeld om zijn belangen te behartigen of als zijn gemachtigde op te treden in een gerechtelijke procedure.

Ter zitting is komen vast te staan dat Hekkelman in beginsel de vaste planschadeadviseur van het college is, maar dat zij door het college en de raad van Helmond af en toe ook als advocaat wordt ingeschakeld voor juridische bijstand. Een advocaat draagt zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt en is daartoe partijdig bij de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van zijn cliënt. Daar komt bij dat uit de gedurende de procedure door Hekkelman opgestelde stukken, waaronder het advies dat als verweerschrift in hoger beroep is ingediend, geen onderscheid valt te maken tussen haar rol als planschadeadviseur en haar rol als advocaat.

Gelet hierop, is de schijn gewekt dat Hekkelman in het onderhavige geval als planschadeadviseur niet onpartijdig is, zodat het college het advies van Hekkelman niet aan zijn besluitvorming ten grondslag heeft mogen leggen. Dat Hekkelman, naar het college stelt, in het onderhavige geval bij de rechtbank niet als gemachtigde maar als deskundige is opgetreden, doet hier niet aan af, te minder nu dit onderscheid voor een burger moeilijk te begrijpen is.

ABRS 17-12/14 inzake Helmond (RVS:2014:4570).

Noot: essentieel lijkt de overweging: geen onderscheid valt te maken tussen haar rol als planschadeadviseur en haar rol als advocaat.