Planschade bij nieuw agrarisch bouwperceel

WOZ taxaties niet van belang

NMR: planologische mutatie was in casu niet een normale maatschappelijke ontwikkeling  in die zin dat die niet in de lijn der verwachtingen lag. In dit verband komt betekenis toe aan de mate waarin de ontwikkeling naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving en het in een reeks van jaren gevoerde planologische beleid past. Vergelijk de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 onder 5.9 en 5.10, ECLI:NL:RVS:2016:2582.

Vast staat dat de nieuwe planologische ontwikkeling tot aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Landelijk Gebied” op 28 november 2007 niet paste binnen het gemeentelijke ruimtelijke beleid. De in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid en het nadien vastgestelde wijzigingsplan maken niet dat de nieuwe planologische ontwikkeling op de peildatum 31 januari 2011 binnen het gedurende een reeks van jaren gevoerde gemeentelijke beleid paste. Daarbij is onder meer van belang dat het college de wijzigingsbevoegdheid voor het eerst heeft toegepast bij de vaststelling van het wijzigingsplan “nieuw agrarisch bouwperceel Jisperdijkje/Jisp” en het wijzigingsplan vrij kort na het ontstaan van de wijzigingsbevoegdheid is vastgesteld. De rechtbank heeft dit ten onrechte niet onderkend.

De Afdeling beslecht zelf het geschil: “Hiervoor is onder 8.2 overwogen dat de nieuwe planologische ontwikkeling in de ruimtelijke structuur van de omgeving past. Onder 8.3 is overwogen dat de nieuwe planologische ontwikkeling niet binnen het gedurende een reeks van jaren gevoerde gemeentelijke beleid past. Onder deze omstandigheden acht de Afdeling een normaal maatschappelijk risico van 3% redelijk.”

ABRS 25-11/20 inzake Wormerland (ECLI:NL:RVS:2020:2817)

Noot: aldus 3% NMR in casus waarbij planologische mutatie wel in de ruimtelijke structuur van de omgeving past, maar niet in het gemeentelijke beleid.