Taxatie inbrengwaarde

[appellant sub 2] betoogt dat bij de vaststelling van het exploitatieplan onvoldoende inzichtelijk is gemaakt waarom voor zijn gronden een knip is gemaakt in de inbrengwaarden. Onvoldoende is onderbouwd waarom de inbrengwaarde voor een deel van zijn gronden is geraamd op € 50,00 per vierkante meter en voor een ander deel van zijn gronden op € 25,00 per vierkante meter. 

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 31 oktober 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY1740, onder 20.3) dient aan de in een exploitatieplan opgenomen raming van inbrengwaarden in beginsel een door een onafhankelijke deskundige uitgevoerde taxatie ten grondslag te liggen. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben niet bestreden dat de taxateurs onafhankelijke deskundige taxateurs zijn. Derhalve heeft de raad in redelijkheid het taxatierapport aan het exploitatieplan ten grondslag kunnen leggen. Dit is anders voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aannemelijk maken dat het taxatierapport naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat het niet aan de raming van de inbrengwaarden ten grondslag had mogen worden gelegd (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 31 oktober 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY1740, onder 20.3, en de uitspraak van 13 juli 2016 ECLI:NL:RVS:2016:1977, onder 5.4).   

ABRS 16-12/20 inzake Helmond (ECLI:NL:RVS:2020:2999)

Noot: in taxatierapport inbrengwaarde (https://www.planviewer.nl/imro/files/NL.IMRO.0794.1700EP180022-1000/b_NL.IMRO.0794.1700EP180022-1000_tb15.pdf) lijkt verschil te zijn gemaakt tussen strokenwaarde (juridisch en feitelijk bouwrijp), gronden die juridisch bouwrijp zijn maar technisch niet (€ 50,00 m2) en gronden die niet juridisch en niet feitelijke bouwrijp zijn (€ 25,00 m2).