Uitleg voorkeursrecht van koop

Het hof stelt vast dat de afspraak over het voorkeursrecht is opgenomen in de notariële leveringsakte maar dat die niet betrekking heeft op de goederenrechtelijke overeenkomst tussen partijen. Het is een (obligatoire) afspraak tussen verkoper en koper. De uitleg daarvan dient dus niet plaats te vinden aan de hand van de objectieve uitlegmaatstaf die geldt bij levering en vestiging van beperkte rechten maar aan de hand van de “gewone” Haviltexmaatstaf. Het gaat erom welke betekenis Bruil-Arnhem en Bruil-Kombex in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepaling over het voorkeursrecht mochten toekennen en op hetgeen zij op dat punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij alle omstandigheden van het geval van belang zijn.

3.12

Het hof ziet geen aanleiding van een meer geobjectiveerde variant van de Haviltexmaatstaf uit te gaan, dat wil zeggen een uitleg waarbij aan de bewoordingen van de afspraak over het verleende voorkeursrecht, gelezen in het licht van de gehele inhoud van de overeenkomst, in beginsel doorslaggevend gewicht toekomt. Er is hier geen sprake van contractuele afspraken die ertoe strekken de rechtspositie van derden te bepalen of andere redenen die meebrengen dat van een geobjectiveerde variant van de Haviltexmaatstaf moet worden uitgegaan.

Met inachtneming van de hiervoor gegeven uitlegmaatstaf (‘gewone Haviltex’) zal het hof nu de gestelde schendingen van het voorkeursrecht bespreken.

Hof Arnhem-Leeuwarden 16-11/20 (ECLI:NL:GHARL:2020:9452)

Noot: de uitleg tussen partijen zelve is een andere dan als er derden (die niet betrokken zijn geweest bij de gemaakte afspraken) partij zijn.