Uitwerkingsplicht en betekenis art. 6.1 lid 6 Wro

Als gevolg van de uitwerkingsplicht, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, is het vaststellen van een uitwerkingsplan niet slechts een toekomstige onzekere gebeurtenis. Hoewel de uitwerkingsplicht bij een letterlijke lezing van artikel 6.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wro niet kan worden beschouwd als oorzaak van schade in de zin van die bepaling, laat dat onverlet dat sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aannemelijk is dat de uit te werken bestemming vroeg of laat zal worden uitgewerkt. Dit naar het criterium van redelijke verwachting ten aanzien van de uitwerking.

Bij Wet van 28 maart 2013 is in artikel 6.1 van de Wro een nieuw zesde lid ingevoegd. Ingevolge dit lid, dat op 25 april 2013 in werking is getreden, wordt schade als gevolg van een bepaling als bedoeld in artikel 3.3 of artikel 3.6, eerste lid, onder c, of artikel 3.38, derde of vierde lid, eerst vastgesteld op grond van een krachtens die bepalingen genomen besluit.

Omdat artikel 6.1, zesde lid, van de Wro in dit geval ten tijde van belang nog niet van toepassing was, verzet de rechtszekerheid zich tegen het oordeel dat, gelet op – de geschiedenis van de totstandkoming van – die bepaling, de uit te werken bestemming voor woondoeleinden van het plangebied niet tot een tegemoetkoming in planschade kan leiden en bij de planvergelijking in haar geheel buiten beschouwing dient te worden gelaten.

ABRS 04-12/13 inzake Bunschoten (RVS:2013:2232)

Noot: voor deze “nieuwe lijn” zie  ABRS 17-04/13 inzake Ridderkerk (LJN: BZ7707) en noot van Heijst BR 2013 blad 549. Na inwerkingtreden art. 6.1 lid 6 Wro (25-04-2013) zal dat anders zijn. Toelichting VNG op art. 6.1 lid 6 Wro: niet langer vormt het moment van de nieuwe planologische regeling met de vergunningvereiste het moment waarop planschade aan de orde is, maar het moment dat er werkelijke schade optreedt door een concreet besluit over de uitvoering (in het bijzonder bij de weigering van de vergunning of een besluit waarin aan de verleende omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden) .